Uitspraak in het Plat: /bɾʊmknuːst/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Brumm·knuust
Pluralis: Brumm­knüüst m de Brumm­knuust
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Voorbeelden:
Lachknuust is beter as Brummknuust!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: brummen + Knuust