Uitspraak in het Plat: /akɐbœ͡ɐɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: A·cker·bör·ger
Pluralis: A­cker­bör­gers m de A­cker­bör­ger
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Acker + Börger