Uitspraak in het Plat: /bɔstɾɔk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bost·rock
Pluralis: Bost­röck m de Bost­rock
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bost + Rock