Uitspraak in het Plat: /fɪʃɾaɪ̯əɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fisch·rei·her
Pluralis: Fi­sch­rei­hers m de Fi­sch­rei­her
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Fisch + Reiher