Uitspraak in het Plat: /hɛnɡəlpɔt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hän·gel·pott
Pluralis: Hän­gel­pött m de Hän­gel­pott
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hängel + Pott