Uitspraak in het Plat: /kœstn̩bɪdɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kös·ten·bid·der
Pluralis: Kös­ten­bid­ders m de Kös­ten­bid­der
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Köst + bidden + -er