Uitspraak in het Plat: /laŋslɛːpɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Lang·slä·per
Pluralis: Lan­g­slä­pers m de Lan­g­slä­per
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: lang + Släper