Uitspraak in het Plat: /bɛɪ̯dlɐ/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Beed·ler
Pluralis: Beed­lers m de Beed­ler
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: bedeln + -er