Uitspraak in het Plat: /blɔu̯m̩pɔt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Blo·men·pott
Pluralis: Blo­men­pött m de Blo­men­pott
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bloom + Pott