Uitspraak in het Plat: /bɾɛɪ̯tpɪsɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Breet·pis·ser
Pluralis: Breet­pis­sers m de Breet­pis­ser

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: breet + pissen + -er