Uitspraak in het Plat: /kanɛdɔːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kan·ne·daat
Pluralis: Kan­ne­da­ten m de Kan­ne­daat
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
een, de sik för en Posten Utsichten maakt
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
He weer Kannedaat bi de Wahl.