Uitspraak in het Plat: /snapsnuːˑt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Snapp·snuut
Pluralis: Snapp­snu­ten f de Snapp­snuut
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Snapp + Snuut