Uitspraak in het Plat: /kɔu̯phuːz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Koop·huus
Pluralis: Koop­hüüs n dat Koop­huus Noord-Nedersaksisch, Pommersch
Pluralis: Koop­hü­ser n dat Koop­huus Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch, Pommersch
Pluralis: Koop­hu­sen n dat Koop­huus
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Koop + Huus