Uitspraak in het Plat: /vɔkɛɪ̯n/
partikel
Afbreking: wo·keen
[1]
basiswoordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
wie
Engels:
who
Duits:
wer
Voorbeelden:
Wokeen hett dat daan?
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wo + een