Uitspraak in het Plat: /pɾɔu̯ɡɾam/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pro·gramm
Pluralis: Pro­gram­men n dat Pro­gramm
[1]
geavanceerde woordenschat
[2]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
[3]
geavanceerde woordenschat
IT
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
En App is ok en Oort von Programm.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: pro- + Gramm