zelfstandig naamwoord
Afbreking: Lüch·ten
Pluralis: Lüch­ten n dat Lüch­ten
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: lüchten
Identieke woorden ››› lüchten ❔︎ lüchten ❔︎