Uitspraak in het Plat: /ɡɾʏpəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Grüp·pel
Pluralis: Grüp­peln f de Grüp­pel
[1]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Grüpp