Uitspraak in het Plat: /tɾɛpm̩spiːkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Trep·pen·spie·ker
Pluralis: Trep­pen­spie­kers m de Trep­pen­spie­ker
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Lagerhuus in de Buree
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Trepp + Spieker