Uitspraak in het Plat: /pɾɛsɪdɛnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Prä·si·dent
Pluralis: Prä­si­den­ten m de Prä­si­dent
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
1963 hett Präsident Kennedy Berlin besöcht.

Etymologie:

Woord afgeleid van: prä-