Uitspraak in het Plat: /plʊm̩kɔu̯kn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Plum·men·ko·ken
Pluralis: Plum­men­ko­ken m de Plum­men­ko­ken
Pluralis: Plum­men­ko­kens m de Plum­men­ko­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Willst du en Stück Plummenkoken?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Plumm + Koken