Uitspraak in het Plat: /spɾɛɪ̯kvɔu̯ɾt/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Spreek·woort
Pluralis: Spreek­wöör n dat Spreek­woort West-groep, Noord-Nedersaksisch, Westfaals, Oostfaals, Pruisisch
Pluralis: Spreek­woor­ten n dat Spreek­woort
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: spreken + Woort