Uitspraak in het Plat: /atoːmmaxt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: A·tom·macht
Pluralis: A­tom­mächt f de A­tom­macht
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De gröttsten Atommächt sünd de USA un Russland.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Atom + Macht