Uitspraak in het Plat: /dvɛː͡ɐflaˑɪ̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dweer·fleit
Pluralis: Dweer­flei­ten f de Dweer­fleit
[1]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik speel in’t Orchester de Dweerfleit.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: dweer + Fleit