Uitspraak in het Plat: /dva͡ɐsbʏnɡəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dwars·bün·gel
Pluralis: Dwars­bün­gels m de Dwars­bün­gel
[1]
perifere woordenschat
figuratief
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: dwars + Büngel