Uitspraak in het Plat: /lɛːnəls/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Leh·nels
Pluralis: Leh­nels n dat Leh­nels
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: lehnen + -els