zelfstandig naamwoord
Afbreking: Veh·tüüg
Niet gebruikt het pluralis n dat Veh­tüüg
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
vee
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Veh + Tüüg