Uitspraak in het Plat: /haɪ̯mɔːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hei·mat
Pluralis: Hei­ma­ten f de Hei­mat
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Heimat is en Geföhl.