zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wä·hler
Pluralis: Wä­hlers m de Wä­hler
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wählen + -er