Uitspraak in het Plat: /viːznɛːˑz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wies·nees
Pluralis: Wies­ne­sen f de Wies­nees
[1]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wies + Nees