Uitspraak in het Plat: /haɪ̯tsnʊk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Heid·snuck
Pluralis: Heid­snu­cken f de Heid­snuck
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Heid + Snuck