Neesdook in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /nɛːˑzdɔu̯k/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Nees·dook

Pluralis: Neesdöker n dat Neesdook

Pluralis: Neesdöker m de Neesdook Märkisch

Pluralis: Neesdöök m de Neesdook Westfaals

[1]

geavanceerde woordenschat

Nedersaksisch:

Taschendook

Nederlands:

zakdoek

Engels:

handkerchief

Duits:

Taschentuch

Voorbeelden:

Ik bruuk jümmer Neesdöker ut Stoff.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Nees + Dook

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.