Uitspraak in het Plat: /kɾyːzəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Krü·sel
n dat Krü­sel Westfaals
Pluralis: Krüsels m de Krü­sel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
tol
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[3]
geavanceerde woordenschat
[4]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: kruus + -el