Uitspraak in het Plat: /ɡastəlbɾɛt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Gas·tel·brett
Pluralis: Gas­tel­bre­der n dat Gas­tel­brett Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch
Pluralis: Gas­tel­breed n dat Gas­tel­brett West-groep, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: gasteln + Brett