Uitspraak in het Plat: /iːztakn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ies·ta·cken
Pluralis: Ies­ta­ckens m de Ies­ta­cken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ies + Tacken