Uitspraak in het Plat: /ʏmɡɛːɡənt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Üm·ge·gend
Pluralis: Üm­ge­ge­nden f de Üm­ge­gend
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Hier in de Ümgegend kenn ik mi goot ut!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: üm + Gegend