Uitspraak in het Plat: /zaɪ̯lʃɪp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Seil·schipp
Pluralis: Seil­scheep n dat Seil­schipp
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Seil + Schipp