Uitspraak in het Plat: /aftɛɪ̯kn̩/
werkwoord
Afbreking: af·te·ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Voorbeelden:
Wi hebbt den Platz för dat Huus aftekent.
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
Se hett dat Bild an de Wand aftekent.

Werkwoordvormen:

infinitief:
af­te­ken
voltooid deelwoord:
af­te­kent
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik te­ken af
du te­kenst af
he/se/dat te­kent af
wi te­kent af
ji te­kent af
se te­kent af
verleden:
ik te­ken af
du te­kenst af
he/se/dat te­ken af
wi te­ken af
ji te­ken af
se te­ken af
voltooid:
ik heff af­te­kent
du hest af­te­kent
he/se/dat hett af­te­kent
wi hebbt af­te­kent
ji hebbt af­te­kent
se hebbt af­te­kent
conjunctief:
ik te­ken af
du te­kenst af
he/se/dat te­ken af
wi te­ken af
ji te­ken af
se te­ken af
imperatief:
te­ken af!
te­kent af!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + teken
Identieke woorden ››› Afteken ❔︎