Uitspraak in het Plat: /kantstɛɪ̯n/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kant·steen
Pluralis: Kant­steen m de Kant­steen
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Synoniemen:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kant + Steen