Uitspraak in het Plat: /ɔˑu̯çapəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Oog·ap·pel
Pluralis: Oog­äp­pel m de Oog­ap­pel West-groep, Märkisch
Pluralis: Oog­ap­pels m de Oog­ap­pel Oostfaals
Pluralis: Oog­ap­peln m de Oog­ap­pel
[1]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Oog + Appel