Uitspraak in het Plat: /pɛːpɐkɔu̯ɾn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pe·per·koorn
Pluralis: Pe­per­köörn n dat Pe­per­koorn
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Äh, ik heff op en Peperkoorn beten.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Peper + Koorn