Uitspraak in het Plat: /hɔxtiːt͡sɡast/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hoch·tiets·gast
Pluralis: Hoch­tiets­gäst m de Hoch­tiets­gast West-groep, Noord-Nedersaksisch, Westfaals
Pluralis: Hoch­tiets­gas­ten m de Hoch­tiets­gast
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hochtiet + Gast