Wruck in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /vɾʊk/

zelfstandig naamwoord

Pluralis: Wrucks m de Wruck

[1]

perifere woordenschat

Nedersaksisch:

Person, mit de swoor uttokamen un de groff is

Nederlands:

bruut

lawaaischopper

Engels:

brute

Duits:

Rohling

Person

Etymologie:

Woord afgeleid van: wrucken

Identieke woorden ››› Wruck ❔︎

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.