[1]
basiswoordenschat
Nederlands:
als
Engels:
if
Duits:
Voorbeelden:
[2]
basiswoordenschat
Nedersaksisch:
kenntekent wat, wat irreal is
Nederlands:
als
Engels:
if
Duits:
Voorbeelden:
Wenn dat Woort wenn nich weer, weer mien Vadder Milljonär.
[3]
basiswoordenschat
Nederlands:
als
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[4]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
als
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Identieke woorden ››› Wenn ❔︎ Wenn ❔︎