Uitspraak in het Plat: /sviːnsɔˑu̯ç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Swiens·oog
Pluralis: Swiens­o­gen n dat Swiens­oog
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Swien + Oog