zelfstandig naamwoord
Afbreking: Af·slag
Pluralis: Af­slääg m de Af­slag
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
De Waag wiest 800 Gramm, na 50 Gramm Afslag för den Büdel sünd dat 750 Gramm.
[3]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + Slag