Uitspraak in het Plat: /blɪnt/

bijvoegelijk naamwoord

geen trappen van vergelijking

[1]

kaart tonen

geavanceerde woordenschat

actief

geneeskunde

kaart voor onderbetekenis [1] van „blind”

bekend

onbekend

bekend in de dialectgroep

onbekend in de dialectgroep

onbepaald

🛈 Over de kaarten

Groningen: Helmer Molema: Wörterbuch der Groningenschen Mundart im neunzehnten Jahrhundert. Diedrich Soltau’s Verlag, Norden 1888, pagina 504 PDF, 21,8 MB

Eemsland: Hermann Schönhoff: Emsländische Grammatik. Carl Winter, Heidelberg 1908, pagina 212 PDF, 7,4 MB

Wesermarsch: Rüstringer Schrieverkring.

Bielefeld: Olaf Bordasch: Wörterverzeichnis zu Heinrich Stoltes Bauernhof und Mundart in Ravensberg. pagina 12 PDF, 1,8 MB

Waldeck: Karl Bauer: Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben. 1902, Einleitung, pagina 84 PDF, 25,4 MB

Warberg: Antun Willdeygud: Van ussen Hierguede. En Preuweken int ner plattduitschen Mueke. Bonifacius-Drückerigge, Paderborn 1890, pagina 32 PDF, 1,1 MB

Sleeswijk: Johann Rhode Friedrich Augustiny: Achtern Åben oder Plattdütsches Vålksbok för Kinner un ole Lüd, tohopståkt un ut egen Fabrik. Herzbruch, Flensburg 1857, pagina 5 PDF, 3,7 MB

								Stader Geest:
								Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
							

								Zuidwest-Ostfalen:
								Albert Hansen: Holzland-ostfälisches Wörterbuch. Ummendorf 1964, pagina 65
							

								Voor-Pommeren:
								Otto Vogel: Pommernspegel. Scharff, Greifswald 1873, pagina 128
							

								Noord-Barnim:
								Ludolf Parisius: Mittelmärkisches Plattdeutsch. Affpàrtije Luunsche Wöre. videel, Niebüll 2000, ISBN 3-935111-19-3, pagina 24
							

								Midden-Küstenpommersch:
								Robert Laude: Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets. Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 31
							

Nedersaksisch:

nich in de Laag to sehn

Nederlands:

blind

Engels:

blind

Duits:

blind

Voorbeelden:

Ik bün op een Oog blind.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

[2]

kaart tonen

geavanceerde woordenschat

actief

kaart voor onderbetekenis [2] van „blind”

bekend

onbekend

bekend in de dialectgroep

onbekend in de dialectgroep

onbepaald

🛈 Over de kaarten

Waldeck: Karl Bauer: Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben. 1902, Wörterliste, pagina 14 PDF, 25,4 MB

								Belzig-Teltow:
								Willy Lademann: Wörterbuch der Teltower Volkssprache. Akademie-Verlag, Berlin 1956, pagina 66
							

								Midden-Küstenpommersch:
								Robert Laude: Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets. Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 60
							

Nedersaksisch:

druuf

Engels:

opaque

Duits:

trübe

matt

blind

Voorbeelden:

De Finstern sünd blind.

Samengesteld woorden:

Blindhohn blindoog Blinnekoh Blinnen Blinnerslang höhnerblind

Rijmwoorden

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.

blind in het Nedersaksisch

Samengesteld woorden: