Pronunciation: /stɔːt͡spɛː͡ɐt/
noun
Syllabication: Staats·peerd
Plural: Staats­peer n dat Staats­peerd
[1]
peripheral vocabulary
Low Saxon:
German:
Examples:
Disse Hingst is würklich en Staatspeerd!

Etymology:

Compound word constructed from: Staat + Peerd