Uitspraak in het Plat: /ɾɛɪ̯tpiːpɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Reet·pie·per
Pluralis: Reet­pie­pers m de Reet­pie­per
[1]
perifere woordenschat
biologische species

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Reet + piepen + -er