Uitspraak in het Plat: /stɾʊmpʃaxt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Strump·schacht
Pluralis: Strump­schächt m de Strump­schacht
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Strump + Schacht