Uitspraak in het Plat: /stɛlplɔu̯ç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Stell·ploog
Pluralis: Stell­plöög m de Stell­ploog
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: stellen + Ploog